Op basis van een behoeftenanalyse die uitgevoerd werd in zeven EU-landen, konden we belangrijke informatie verzamelen voor een steekproef aangaande de relevantie van thema’s over gegevensbescherming en gegevensveiligheid in al haar facetten en over de daarmee samenhangende en uiteenlopende noden. Deze gegevens vormden een basis voor een online-bevraging (n=878) aan ouders, grootouders en pedagogen in verband met kinderen (van 0 tot 18 jaar) met behulp van het Evasys-systeem. Zo ontstond er door zowel gesloten als open vragen over de noden (toegang tot de verschillende media, bestaande kennis en inzicht in de problemen over dit thema, en de behoefte aan ondersteuning en informatie).
De kwantitatief-beschrijvende analyse toont , als we de resultaten van alle landen bekijken, dat meer dan 70 % van de kinderen toegang hebben tot een smartphone en/of pc. Ongeveer 50 % van de bevraagde kinderen gebruikt een tablet. Tegelijkertijd verduidelijkt de analyse van deze steekproef dat er een onvoldoende kennis is en er nood is aan ondersteuning op het gebied van gegevensbescherming en gegevensveiligheid.
Het resultaat van de steekproef per land toont ons volgend beeld: alle ondervraagden worden in alle landen geconfronteerd met de thematiek van de gegevensbescherming en de gegevensbeveiliging. 85 % heeft bedenkingen als het om de veiligheid van zijn persoonlijke gegevens gaat. In het bijzonder, 97 % van de Duitse ondervraagden heeft hierover bedenkingen, terwijl de Belgen met 76% het minste bezorgd zijn.
88% van de ondervraagden geven aan dat ze weten wat een privacyverklaring is maar dikwijls wordt ze niet gelezen. De meeste respondenten vermelden dat ze de privacyverklaring lezen als het om online-banking gaat, het minste wordt ze gelezen als het om cloud-diensten handelt. De meeste bevraagden geven ook aan, niet te weten wat ondernemingen met hun gegevens doen of naar welke landen ze doorgegeven worden. In tegenstelling hiermee staat dat ongeveer 2/3 van de bevraagden hierover informatie en ondersteuning wenst. Er tekent zich bijgevolg een eerder onberedeneerde omgang af met het digitale aanbod en een groot tekort aan informatie. De respondenten zien ook het meeste gevaar bij cybercriminelen en bij bedrijven. 50% van de ondervraagden drukt ook zijn twijfels uit over de veiligheid van hun gegevens bij bedrijven. Bij de ‘open’ antwoorden worden bijkomende bedenkingen gemaakt over stalking of over de verhoging van de ziekenfondsbijdragen die zou bekomen worden door de toegang naar de persoonlijke gegevens.
34-67% van de respondenten uit alle 7 Europese landen geven aan dat ze informatie en ondersteuning nodig hebben over alle bevraagde thema’s. Elk van de respondenten meldde minstens één thema waar ze concreet hulp voor nodig hebben. Hierbij komen nog de thema’s over de veilige omgang met paswoorden, over het prijsgeven van persoonlijke gegevens en over het gebruik hiervan door bedrijven, autoriteiten en privépersonen, hoe ondernemingen of autoriteiten de bescherming van persoonsgegevens verzekeren en naar welke landen ze deze doorgeven.
Op basis van deze resultaten kan men concluderen dat er momenteel een grote behoefte bestaat vanwege ouders, grootouders en pedagogen wat betreft voorlichting, bewustmaking en assistentie in verband met gegevensbeveiliging en de gegevensbescherming van de persoonlijke gegevens op het internet
Joachim Maack